Advertentie
 
“Dr. Hovinds Creation Seminars” banner

Creatie index

Dr. dino
Seminarie 3    Dinosaurussen en de Bijbel, deel c
- Interviews -
Dr. dino
(dit seminarie werd gegeven in 2003)


  
        
“Zult gij den Leviathan met den angel trekken, of zijn tong met een koord, [dat] gij laat nederzinken? ...
        
 
Uit zijn mond gaan fakkelen, vurige vonken raken er uit.”
 
 
Uit zijn neusgaten komt rook voort, als [uit] een ziedenden pot en ruimen ketel.”
 
 
Zijn adem zou kolen doen vlammen, en een vlam komt uit zijn mond voort.”
 
    Job 41:1,19-21  


Seminarie 3: Dinosaurussen en de Bijbel  
(deel c)


Ga naar “Dinosaurussen en de Bijbel” index pagina



 
Fragmenten van interviews met mensen die beweren dinosaurussen gezien te hebben

Back to Main Index Dr. Hovind interviews Sandy Mansi; Het Champlain-meer monster; Champ

Kent: “Kent Hovind hier, het is 31 augustus 1993. Ik zit in een antiekzaakje in Winchester, New Hampshire met Sandy Mansi. In 1992 hebben we elkaar al ontmoet. Sandy heeft ‘Champ’ gezien. De foto die zij nam staat op het kaft van het boek van Joseph Zarzinski. Vertel ons er iets over alsjeblieft.”

Sandy: “Ik was in Vermont met mijn man. We waren toen nog niet getrouwd. We verkenden het meer. Ik ben daar opgegroeid. We verkenden het meer en genoten van de rust. Mijn man haalde het fototoestel uit de auto en opeens was er iets gaande in ’t meer. Ik dacht aan een school vissen of aan een duiker. Toen verschenen de kop en de nek aan het wateroppervlak. Eerst de kop, toen de nek en de rug. Ik wist dat het geen vis was.”

Kent: “Iemand schijnt gezegd te hebben dat u misschien een eend heeft gezien.”

Sandy: “Een eend van 900 kilo!”

Kent: “U hoorde mij eens spreken in een kerk in Dublin, New Hampshire. Ik had alle dinosaurussen op tafel liggen en u pakte direct deze. ‘Champ’ zag er iets anders uit zei u.”

Sandy: “Ja, de nek was veel korter. De kop had de vorm van een paardenkop. De nek was veel korter.”

Kent: “Er zijn drie zwemmende soorten waarvan de beenderen zijn gevonden, de Cronosaurus heeft een enorme nek de Plesiosaurus die u pakte, en de Elasmasaurus. Deze heeft een kortere nek. De kop staat haaks, en niet in lijn met het lichaam. Er zijn misschien andere die nog niet ontdekt zijn.”

Sandy: “Hij was meer zoals deze, maar met een kortere nek. Of de nek zat nog half onder water.”

Kent: “Dit gebeurde in 1977. Hoeveel mensen kent u die het ook gezien hebben?”

Sandy: “Ik heb met 6 mensen gesproken die het ook gezien hebben. Onze beschrijvingen lijken heel erg op elkaar. We kunnen niet alle zes gek zijn. We kunnen met alle zes liegen want onze beschrijvingen lijken enorm veel op elkaar. De vorm van de kop, nek en de grootte.”

Kent: “Hoe lang zag u het beest? Vanaf het moment dat er iets gebeurde tot het moment dat het onder dook waren het misschien 8 tot 10 minuten.”

Sandy:  “Een jaar geleden vertelde u mij dat het beest rond keek toen het net boven water kwam. Ja, hij kwam boven en keek in mijn richting. Daarna keek hij rond. Toen ik de foto nam, werd het beest onrustiger en begon meer te bewegen. Het had zijn kop gedraaid en keek over zijn rug. Toen nam ik de foto. Toen draaide hij en verdween onder water. Hij ging op deze manier onder water en zijn kop verdween. Toen hij helemaal verdwenen was hoorde ik dat er een boot aankwam. Ik hoorde de boot en zag de boot niet. Hij wist dat er een boot aankwam lang voordat ik het hoorde.”

Kent: “Afrikanen die dinosaurussen zagen vertelden me over ’n zeer scherp gehoor. Ze horen je en duiken onder water. Zendelingen zeggen dat er dinosaurussen zijn in dat moeras.”

Sandy: “Ik ben daarvan overtuigd. God schiep er heel veel. Het maakt deel uit van Gods schepping. Dat het om een buitenaards wezen zou gaan is allemaal onzin. God schiep ze.”

Kent: “De foto die u nam staat op de omslag. Hij staat ook in Time Magazine, 1981. U zat in Unsolved Mysteries.”

Sandy: “Ja, ze hebben ’t driemaal uitgezonden. Vorig jaar september was d'eerste keer. September 1992. Een week geleden was de herhaling.”

Kent: “U bent nu dus een soort filmster.”

Sandy: “Nee...”

Kent: “Sommigen zweren bij de evolutieleer en dat dino's miljoenen jaren oud zijn. Ik heb 15 jaar lang wetenschap onderwezen. Ik ben van mening dat er nog dinosaurussen in leven zijn. De aarde is niet miljoenen jaren oud. U zag een dino die in het water leeft.”

Sandy: “Ja, ik zag een dinosaurus.”

Kent: “Dat idee heeft u echt, nietwaar?”

Sandy: “Niet een idee, ik weet het gewoon. Ik zag een dinosaurus.”

Kent: “U weet het, oké.”

Sandy: “Ik zag een dinosaurus.”

Kent: “Sommigen mensen vragen, waarom maar één foto?”

Sandy: “Omdat ik geen moment wilde missen.”

Kent: “Omdat je er naar keek?”

Sandy: “Ik was druk bezig er naar te kijken. Ik nam het fototoestel maakte één foto, legde hem weg, want ik wilde niets missen. Het was zo ontzagwekkend. Ik snap niet eens dat ik die ene foto heb gemaakt. Mijn man gaf me het fototoestel. Hij wilde foto's maken van de kinderen.”

Kent: “Dit was voordat het opdook.”

Sandy: “Hij wist toen nog niet wat er gebeurde, totdat hij terugkwam. Hij hielp me op de oever. Mijn knieën begaven het bijna. Ik beefde. Ik nam het fototoestel, maakte één foto en legde hem weer weg.”

Kent: “U had er 20 kunnen maken.”

Sandy: “Ja, maar ik wilde het bekijken. Je verstand probeert te beredeneren. Ik dacht, wat is dit voor beest? Op een gegeven moment legt het ontzag je verstand het zwijgen op.”

Kent: “Wat zijn typerende vragen die men je stelt? De meeste interviewers geloven in de evolutietheorie.”

Sandy: “Ja.”

Kent: “Hoe kijkt u daar tegenaan? [Sandy schud het hoofd] Dat bevalt u niks! ”

Sandy: “Nee.”

Kent: “Ik ben het volledig met u eens. Ik waardeer het dat ik uw foto mag gebruiken. Hij staat op één van mijn posters.”

Sandy: “Heel mooi.”

Kent: “Ik heb verschillende foto's. Mijn motief is om het geloof in de Bijbel te versterken. Het is Gods Woord. Hier staat de foto die u nam. U staat ook in andere tijdschriften. Hoelang woont u al in Winchester?”

Sandy: “Twintig jaar.”

Kent: “Het was u niet om de roem te doen toen u die foto nam.”

Sandy: “Ik wilde de foto niet eens publiceren. Ik hield het twee jaar geheim. Daarna hield ik het alleen binnen de wereld van de wetenschap. De media dwong me om het te publiceren: ‘Als u die foto hebt waarom hebben wij het dan niet gezien?’ Ze dwongen me als het ware. Ik plaatste er een copyright op, zodat ik kon bepalen wie het mocht gebruiken.”

Kent: “Een goede zet. Mensen vroegen mij: ‘Als er zoveel waarnemingen zijn, waarom dan niet meer foto's?’ Ik zeg dan: ‘Zag u wel eens een auto-ongeluk?’ - ‘Ja,’ zeggen ze. Dan zeg ik: ‘Laat me dan eens een foto zien tijdens het gebeuren.’ Zo iets zie je nooit, terwijl er duizenden auto-ongelukken gebeuren. Je denkt daar pas aan als het te laat is. Ik hoop dat u me op de hoogte houdt. Mensen komen altijd naar jou.”

Sandy: “Ja.”

Kent: “Ik wil er graag een dossier van bijhouden.”

Sandy: “Geen probleem.”

 
Go back Dr. Hovind vervolgt het interview met Sandy Mansi

Kent: “U had uw foto van ‘Champ’ aan de muur en een man keek ernaar. Vertel er wat over.”

Sandy: “Ik stond achter de toonbank en een klant staarde naar de foto. Hij vroeg wat het was. Ik vertelde hem dat het ‘Champ’ was uit het Champlain-meer. Hij had dit nog nooit aan iemand verteld. Hij was al in de tachtig, 87 of 89. Toen hij nog jong was ging hij met zijn opa vissen op het Champlain-meer in de buurt van Fort Walter Bay.”

Kent: “Dus hij groeide daar op?”

Sandy: “Ja. Hij vertelde me dat hij op een dag aan het vissen was met zijn opa en dat er een enorm beest uit het water te voorschijn kwam. Zijn opa zei dat het ‘Champ’ was en dat hij het niemand mocht vertellen omdat men anders zou denken dat hij krankzinnig was. Tot aan zijn 89ste vertelde hij het aan niemand. Ik was de eerste. Hij zei tegen mij: ‘Ik was niet gek, mijn opa was niet gek. We zagen een levende, ademhalende dinosaurus.’ Ik was daar zo blij mee.”

Kent: “Een zoveelste getuige.”

Sandy: “Juist.”

Kent: “Andere mensen hebben het ook gezien en komen naar u toe.”

Sandy: “Ja, ik waardeer dat. Het geeft aan dat ik niet gek ben, dat ik het niet verzin. Ik heb het gezien. Zij hebben het gezien. We hebben allemaal hetzelfde gezien. Op een dag komt het geheim misschien aan het licht. We moeten ‘m niet doden.”

Kent: “Nee, laten we het niet doden. Heel erg bedankt. U hebt klanten. We kunnen beter stoppen.”

 
Back to Main Index Hier volgt de video die is gemaakt door Lee Smith vanaf de top van de vuurtoren op Crown Point, New York; aan de ander zijde van het Champlain-meer

Pauze (start van video, geen audio in het begin)

Zoon: “Het is een haai. Ik wacht steeds tot hij weer te voorschijn komt. Ik heb het gezien. Hij is nu weer onder water. Hij is weer onder water, papa.”

Vader: “Geef me de verrekijker eens.”

Zoon: “Wat?”

Vader: “Geef me de verrekijker.”

Zoon: “Het was een haai.”

Vader: “Nee, het was geen haai. Daar kwam net iets uit het water.”

Zoon: “Ik heb het gezien, papa.”

Vader: “Hij is weg.”

Zoon: “Hij verdween onder water.”

Vader: “We hebben ‘Champ’ gezien.”

Zoon: “Wat is ‘Champ’?”

Vader: “Het monster van het Champlain-meer. Het is weg. Ik keek te lang met de verrekijker. Ik had de camera moeten pakken.”

Zoon: “Hij is weer onder water.”

Vader: “Het begon verderop, voorbij die boei waar de zeilboot langs voer.”

Zoon: “Ik weet het.”

Vader: “Ik dacht eerst dat ’t ’n boomstam was. Opeens zwom hij weg van die boei naar het midden van het meer. Daar verdween hij onder water.”

 
Back to Main Index Wetenschappelijke video presentatie van een reusachtige pijlinktvis

Presentator: “Dit is een reuzenpijlinktvisvan het soort ‘Arcetusiducts’. Op 22 november ’79 spoelde hij aan op het eiland Colier in Bonovista Bay, Newfoundland. Het is een onvolgroeid wijfje. Ze is nog klein, maar het is een reuzenpijlinktvis. Een reuzenpijlinktvis kan 45 meter lang worden. Deze is 6 meter lang. Een volgroeide pijlinktvis is dus acht keer zo lang. Dat is een flinke inktvis.”


 
Back to Main Index Verschillende interviews met mensen die vreemde dieren zagen op zee

 
Go back Waarneming door 2 zeeman; George Vinnicombe & John Cox

Presentator: “In 1976, 50 km uit de kust van Cornwall, zagen de vissers Vinagin en Cox een monster.”

George: “Het was 50 km uit de kust. Ik dacht dat het een ondersteboven gekeerd schip was aan de horizon.”

John: “We gingen het nader onderzoeken. Toen we dichterbij kwamen zagen we dat het geen schip was. Anderen hebben het ook al eens gezien. Hij was donker van kleur met een soort bulten op zijn rug. Hij was ongeveer 5 tot 5,5 meter lang. Hij kwam een meter uit het water. Het was een rustige dag. De zee was helemaal kalm.”

George: “Toen we dichterbij kwamen... Ik naderde hem vanachter... ongeveer een meter van hem vandaan en opeens verscheen zijn kop uit het water. In veertig jaar op zee heb ik nog nooit zoiets gezien. Het verdween langzaam onder water en verdween. Ik kan alleen zeggen dat het een soort prehistorisch beest was.”

 
Go back Radio programma over Ogopogo (segment 1; Mr. Palridge)

Presentator: “Ik heet alle luisteraars welkom. Hoe gaat het met je, Theresa?”

Theresa: “Heel goed, dank je.”

Presentator: “We spreken over de Ogopogo. Een heleboel mensen uit deze omgeving hebben hem gezien. De legende is al jaren oud. We spreken met experts. Arlene Gaal is te gast. Lijn 2 hier, goedemorgen. Hallo Mr. Parkridge.”

Mr. Palridge: “U wilde iets weten over Ogopogo.”

Presentator: “Absoluut.”

Mr. Palridge: “Ik had een taxi en bracht een klant naar het ziekenhuis. Ik reed over de Abbott Street...”

Paul Pugliese (video): “Ik stopte hier ongeveer. Ik keek naar het meer en stond verbaasd toen ik iets uit het water zag komen. Het was als een paardenkop met hoorns erop. Hij was enorm groot met zijn kop uit het water. Een soort enorme slang. Een man kwam naar me toe en zei: ‘Waar kijk je naar?’ - ‘Ik zag Ogopogo net.’ - ‘Waar?’ - ‘Verderop.’ De autodeur stond open. Ik stapte half uit en hij verdween onder water. Hij zei: ‘Kijk naar die enorme golven.’ We zagen de golven in die richting en hij verdween. Ik was helemaal enthousiast en ging naar binnen. Ik vertelde de mensen die ontbeten: ‘Ik heb net Ogopogo gezien.’ Ze zeiden: ‘Wat heb je gedronken?’”

 
Go back Radio programma over Ogopogo (segment 2; anonieme dame)

Presentator: “Hier lijn 4, ga uw gang.”

Dame: “Hallo John.”

Presentator: “Hoe gaat het?”

Dame: “Goed.”

Presentator: “Vertel je me je naam?”

Dame: “Nee.”

Presentator: “Oké. Vertel over...”

Dame: “Ik zag Ogopogo vier jaar geleden in de buurt van Sarsanes.”

Presentator: “Je wilt je naam niet noemen.”

Dame: “Nee.”

Presentator: “Je hebt het vast aan mensen verteld.”

Dame: “Dat klopt.”

Presentator: “Ben je bang dat ze je vreemd vinden?”

Dame: “Ik heb vreeeemde telefoontjes ontvangen.”

Presentator: “Die krijg ik elke dag. Het is mijn werk.”

Dame: “Wel, niet het mijne. Dus ik hoef er niet nog meer.”

De dame verteld: “Ik was aan het picknicken met mijn dochter aan het strand. Mijn dochter schommelde. Ik zag een beest onder de kade verderop. Toen ik hem zag en besefte dat ’t de legendarische Ogopogo was had ik het niet meer. Ik greep mijn kind en rende over het strand. Ik bleef maar gillen: Hij is het.”

Jong meisje: “Ze schreeuwde. Ze kon ’t niet geloven. Haar gezicht was rood.”

Dame: “Hij jaagde op vissen of zo. Hij bleef daar best wel lang. Toen zwom hij verder langs die palen. Terwijl hij verder zwom zag ik alleen de drie bulten. De drie bulten waren zo groot als de afstand tussen die palen. Hij zwom parallel aan het strand tot die hoek daar. Daarna draaide hij zich om en zwom naar het midden van het meer.”

 
Go back Radio programma over Ogopogo (segment 3; Arlene Gaal)

Presentator: “We stellen u nu voor aan Arlene Gaal die erg bekend is in Okanogan Valley. Ze schreef een boek over de Ogopogo.”

Arlene: “Goede morgen John. Goede morgen Theresa.”

Theresa: “Goede morgen.”

Vrouwspersoon: “Hoeveel waarnemingen heb je vastgelegd?”

Arlene: “Letterlijk honderden.”

Theresa: “Wanneer was de eerste waarneming?”

Arlene: “De eerste vastgelegde waarneming was in 1852. We leven nu in het jaar 1980.”

Theresa: “Betekent dit dat er meer dan één Ogopogo is?”

Arlene: “Ja, er zijn er beslist meerdere.”

Theresa: “In 1968 werd de Ogopogo gefilmd. Als je hem ziet, moet je het wel geloven. Vertel ons iets over die film.”

Arlene: “Het filmpje werd in 1968 gemaakt door een zekere Art Folgan. Hij keerde terug van een bezoek aan zijn huis in Chase. Toen hij ’t strand naderde, zag hij een Onchica en zei tegen zijn vrouw: ‘Kijk, daar is Ogopogo!’ Zij lachte hem uit. Hij stapte uit en begon te filmen. We zien hoe een beest door het water beweegt, wegduikend en opkomend met verschillende snelheden en op verschillende momenten. Het beest gaat er pijlsnel vandoor en veroorzaakt veel golven. Dat spreekt mij erg aan, je ziet hoe het beest een enorm gewicht aan water wegduwt en een enorme golfslag veroorzaakt. Dit maakt het erg geloofwaardig.”

Presentator (John): “Zijn er nog recente waarnemingen?”

Arlene: “Dit jaar waren er 7 of 8. Één daarvan, van het gezin Rieger, is de allerbeste.”

Presentator (John): “Waarom?”

Arlene: “Dat was de Rieger familie.”

Frank Rieger: “Het was een prachtige dag. Het water was zo glad als een spiegel. Opeens zag ik een enorme golf naderen. Ik lette er aanvankelijk niet echt op maar het kwam dichterbij en ik dacht: ‘Hoe kan die golf ontstaan zonder wind?’ Ik zei tegen mijn zoon: ‘Kom eens kijken. Wat denk jij wat dat is?’ Hij keek en wist het ook niet. Hij haalde zijn zoon en die zei tegen mij: ‘Opa, dat is de Ogopogo.’ Hij zou tegen ons aangebotst zijn als we niet van koers waren veranderd. We bleven 20 minuten naast hem varen. ’t Monster was 4,5 meter lang. Hij stak ongeveer een meter boven het water uit. Hij had een bult bij zijn schouders en op zijn rug bij de staart. De staart was 9, 12, 15 meter. We zagen niet waar die eindigde. Hij had een enorme staart, vier poten. Ik denk dat hij 30 ton woog.”

Jim Rieger: “Zijn kop bewoog van links naar rechts. Het leek erop dat hij vis zocht of ander voedsel. Hij bracht een enorme hoeveelheid water in beweging.”

Frank Rieger: “Als ik het niet zelf gezien had, had ik het nooit geloofd. Het maakt me niet uit of men mij gelooft. Ik heb het beest gezien. Ik weet dat het een beest had een enorme omvang.”

 
Back to Main Index Dr. Hovind interviewt John Kraft; Washington Crossing, Penn.; Het monster van het Erie meer, 1991

John: “Het was een soort ‘monstervis’. Hoe moeten we het anders noemen? Hij was ongeveer 10 meter lang. Zijn kop kwam uit het water te voorschijn. Je kon merken dat hij zijn staart flink bewoog door de golven die hij ermee veroorzaakte. Ik nam er twee foto's van.”

Kent: “Je zei dat hij op deze leek? Wat was anders?”

John: “Hij leek hierop. Ik kon de vinnen aan de zijkanten niet zien. Bij het beest dat ik heb gezien waren die vinnen niet zichtbaar. Ik zag alleen zijn kop, de nek en het bovendeel van zijn lichaam.”

 
Back to Main Index Dr. Hovind interviewt Mr. Cal Bombay uit Canada in het ‘100 Huntley Street’ programma

Kent: “Kent Hovind vanuit Canada. Ik zit in het programma ‘100 Huntley Street’. Toen ik in ‘94 in dit programma zat, had ik het boek A Living Dinosaur bij me. Cal Bombay zat naast me en zei: ”In Afrika heb ik zo’n beest gezien.“ Ik sloeg blz. 256 op en Cal zei: ”Ik heb er eentje gezien.“ Vertel ons wat je zag, hoe men je kan bereiken. Omschrijf gewoon wat je zag.”

Cal: “Het was een opzienbarende ervaring. Het gebeurde in 1963. Ik reed over de wegen van Kenia, op weg naar Nairobi om ’n auto op te halen. Ik reed in een oude Chevrolet en ik moest nogal langzaam rijden. Nabij Muhoroni is een heuvelachtig deel van ‘Rift Valley’. We kwamen aan de top van de heuvel. Mijn vrouw was er ook. Voor ons op de weg lag een ‘krokodil’ van 2.5 meter lang. In eerste instantie dacht ik aan een krokodil, maar dat kon niet omdat het hier erg droog was. Ik reed langzamer en hield stil. We zaten daar 10 minuten lang en keken naar dit beest. Het woord ‘prehistorisch’ kwam in mijn gedachten. ”Dit kan niet,“ dacht ik. Ik had afbeeldingen gezien, maar deze was iets anders. Van de staart tot de achterkant van zijn kop zaten, hoe heet dat...”

Kent:  “...tanden, kammen...”

Cal: “Kammen, met een volmaakte driehoekvorm. Van kop tot staart. Hij lag plat op de grond, schijnbaar te zonnen. Ik bekeek het beest 10 minuten lang. Had ik toen maar mijn fototoestel. Ervoor en erna heb ik nooit zo iets gezien. Ik ging naar het Natuur Museum met de vraag: ‘Weten jullie of er in Kenia zo’n beest voorkomt?’ Ze zeiden: ‘Nee, zo’n beest komt nu niet meer voor.’ - ‘Maar ik heb iets gezien,’ zei ik. Ik begon hevig met ze te discussiëren. Ze zeiden: ‘Het moet een hersenspinsel zijn geweest.’ Mijn vrouw zag het ook. Jarenlang vroegen we mensen of ze ooit zoiets gezien hadden. We vonden niemand, maar wij zagen het beest op de weg liggen. Na 10 minuten stond hij op. Hij was minder hoog dan op dit plaatje. Hij trok verder naar een droge plek in het land met wat struikgewas. Hij ging er gewoon vandoor. Mary en ik keken elkaar verbaasd aan. Wat was dat in hemelsnaam?”

Kent: “Welke kleur had het dier?”

Cal: “Nogal grauw en grijs.”

Kent: “Zag je zijn ogen?”

Cal: “Ja, die knipperden. Hij keerde zijn kop en keek naar ons. Hij was niet bang.”

Kent: “Was de pupil rond of als een spleet?”

Cal: “Ik was niet dichtbij genoeg om dat te kunnen zien.”

Kent: “Had zijn snuit de vorm als die van een krokodil?”

Cal: “Meer van een krokodil dan van een nijlpaard. Hij had een lange snuit. Afrikanen zeiden: ‘Dat was een varaan.’ Maar ik had veel varanen gezien maar nooit eentje van 2,5 meter. Ik heb zelfs varanen overreden. Gladde huid, geen kammen. Vertel mij niet wat een varaan is. Dit was geen varaan, want hij had kammen op zijn rug.”

Kent: “Was zijn huid glad of geschubd?”

Cal: “Het zag er hobbelig uit, ongeveer als die van een alligator, aan de zijkanten. Hij had geen schubben. Ik weet het niet zeker. Het is alweer jaren geleden. Het is nu 1997.”

Kent: “Ik begrijp het. Ik zeg al jaren dat er nog dino's in leven zijn. Jij dacht aan ‘prehistorisch’.”

Cal: “Toendertijd wist ik niet beter of dinosaurussen zijn prehistorisch en komen nu niet voor. Zo wordt het verteld in het onderwijs dat ik heb gehad.”

Kent: “Je dacht, het kan geen dinosaurus zijn.”

Cal: “Het moet ’n soort hagedis zijn, dacht ik. Je hebt kleine gekko's en enorme varanen.”

Kent: “Je werkt bij ‘100 Huntley Street’. Hoe kunnen mensen jou bereiken met vragen.”

Cal: “Netnummer 905-335-7100 toestel 3206.”

Kent: “Bel Cal Bombay op als u ’t niet gelooft.”

Cal: “Toen ik deze afbeelding zag, dacht ik, dit heb ik gezien.”

Kent: “Laat de camera even inzoomen op dit plaatje. Bel gerust met uw vragen of als u meer info hebt over dino's. Laat het ons weten. We sturen u onze video over schepping, evolutie en dinosaurussen. In 1962 heb je dit beest gezien.”

Cal: “Dit plaatje lijkt er nog het meest op.”

Kent: “Hartelijk bedankt. God zegene u.”

Cal: “Graag gedaan. Bedankt voor het kijken. Alle kijkers mogen ons bellen met vragen die wij graag beantwoorden. We willen u in uw geloof sterken.”


Ga verder naar deel 4

   

Creation Science Evangelism
     488 Pearl Lane
     Repton, AL 36475
     1 (855) BIG-DINO (244-3466)
     Official Website

Go to top of this page


Advertentie